23-8-2003
Zonder ingrijpen overheid blijft woningmarkt uit balans
De populariteit van de huurmarkt of de koopwoningenmarkt
is afhankelijk van de conjunctuur en economische parameters.
Wat zouden de gevolgen zijn voor de koopsector als de rente
met 3 procent zou stijgen, waardoor de maandlasten met 50
procent zouden toenemen?
De gevolgen zouden niet alleen in de nieuwbouw te voelen
zijn, maar ook koop en verkoop in de voorraad zou een fikse
deuk oplopen. Overigens zouden ook de gevolgen voor de nieuwbouw
van huurwoningen desastreus zijn. De hoogte van de onrendabele
top zou tot een acute stillegging van bouwplannen leiden.
Dat is weliswaar heel vervelend voor de bouwnijverheid,
maar anti-cyclisch bouwen is eerder iets voor de overheid
dan voor particulieren.
Als je de woningmarkt vandaag uit balans noemt, komt de
vraag op wanneer er sprake is van evenwicht. Is dat het
geval als vraag en aanbod op elkaar aansluiten op het punt
van prijs en kwaliteit, in ruimtelijk opzicht? Als de consument
betaalt wat het kost? Als er jaarlijks 100.000 nieuwe woningen
worden gebouwd? Als er jaarlijks 37.500 woningen aan de
voorraad worden onttrokken om de kwaliteit van die voorraad
te vergroten? Als er sprake is van concurrentie op de woningmarkt?
Als de volkshuisvesting bijdraagt aan het verminderen van
werkloosheid en vandalisme of positief geformuleerd meehelpt
om kinderen kansen te bieden?
De meeste van deze vragen hebben een beleidsachtergrond.
Bewoners mogen niet zelf beslissen hoeveel zij over hebben
voor het wonen. Zo bezien is het een markt met nogal wat
bijzondere kenmerken. Het evenwicht zal in de komende jaren
naar verwachting steeds meer gevonden moeten worden door
een beroep te doen op de individuele draagkracht en bereidheid
zelf te betalen. Fiscale veranderingen rond de eigen woning
zijn onvermijdelijk en zullen tot een beperking van de steun
aan de eigenaar leiden. Een vergroting van subsidies naar
huurders ligt niet in de lijn der verwachting. Corporaties
zullen daarop worden aangesproken, zoals dat ook nu het
geval is.
Rol corporaties
Kunnen corporaties deze aanspraken aan en willen ze worden
aangesproken? Gelet op nieuwbouw van woningen is hun bijdrage
van jaarlijks 10.000 nieuwe sociale woningen aan de onbalans
op de woningmarkt beperkt. De corporaties hebben het bij
de dalende nieuwbouwcijfers het meest laten afweten. De
onrendabele top ligt velen duidelijk te zwaar op de maag.
Wat vroeger alleen voor ingewijden zichtbaar was in de vorm
van jaarlijkse objectsubsidies van het rijk, moet nu in
één bedrag op tafel komen. Uit de kas van
de corporatie. Veel corporaties zien zich gedwongen delen
van hun bezit te verkopen om het financieel mogelijk te
maken. Zij doen dit tegen hun zin. Bovendien wil het niet
erg vlotten met de verkoop van het bestaande bezit.
Het bouwen van woningen voor de verkoop om huurwoningen
betaalbaar op de markt te kunnen brengen, is goed beschouwd
eigenlijk ook geen corporatietaak. Zo worden corporaties
verantwoordelijk voor de verdeling van financiële middelen
zonder objectieve criteria. Dit kan gemakkelijk leiden tot
willekeur, zoals hier en daar is vast te stellen.
Tegelijk is het moeilijk voor corporaties de ontwikkeling
op de markt goed te beoordelen. Een paar jaar geleden op
het hoogtepunt van de populariteit van de koopwoning, vreesden
velen voor een snelle omvangrijke leegstand van huurwoningen.
Nu is de situatie totaal anders. Op dit moment worden de
in het kader van de herstructurering beoogde te slopen complexen
grif verhuurd en dragen deze positief bij aan de jaarinkomsten
van corporaties. Bedrijfseconomisch is dit voor een corporatie
positief te noemen. Veel bewoners zullen dit positieve gevoel
delen. Ik zou deze reden van achterblijvende nieuwbouw dan
ook geen onbalans willen noemen. Een prikkel voor nieuwbouw
ontbreekt. Dit blijkt ook op enige schaal voor projectontwikkelaars
te gelden. Er is een gebrek aan koopkrachtige vraag.
Wat doet het Rijk?
Het meest opvallend aan de discussie over de woningmarkt
is daarom de rol van het Rijk. Van een gericht stimulerend
extra beleid is momenteel geen sprake. Structureel zwaar
telt de invloed van de rijksoverheid op de woningbouw vandaag
via het ruimtelijk beleid.
Via dit beleid is er invloed op de aantallen nieuwe woningen.
In beperkende zin dan. In positieve zin kan ik weinig aanwijzen.
Het aantal gewenste woningen in de Nota Wonen heeft dus
maar een beperkte betekenis. De markt moet voor de realisering
zorgen. Corporaties in belangrijke mate voor de huurmarkt.
Particulieren en ontwikkelaars voor de eigen woning. Men
zoekt het maar uit. De onevenwichtigheden uit het verleden
die mede oorzaak zijn van de huidige situatie, worden niet
aangepakt.
Mocht het Rijk toch nog wat meer willen doen, dan zou mijn
voorkeur uitgaan naar een modern huurbeleid dat zich op
een echte markt richt. Dat zou het voordeel betekenen van
het schrappen van veel regelgeving. Het fiscale beleid rond
de eigen woning kan in het voetspoor van deze wijzigingen
eveneens op de helling. Het zal tijd kosten, maar uiteindelijk
zal dat resulteren in één echte woningmarkt.
Die zal af en toe best uit balans zijn, maar niet permanent,
zoals nu.
Adri Buur,
directeur van het EIB
Bouwweb is in 1995 opgericht en was de eerste Internet Presence Provider voor de bouw en alle daaraan gerelateerde bedrijven.
Overzicht van pers- en nieuwsberichten van en voor de bouw. Uw bericht kan ook worden opgenomen.