7 juni 2004
Economen ruzien op ontwikkelingstop over de prijs
van een mens
Hoeveel geld is een mensenleven eigenlijk waard?
Een absurde vraag, denken velen. Blasfemisch zelfs. Misschien.
Maar op de Kopenhagen Consensus, een ambitieuze
ontwikkelingsconferentie die deze week in het Deense Kopenhagen
plaatsvindt, geven economen het antwoord: 22.227
dollar als je in een ontwikkelingsland leeft, en
zes miljoen dollar voor het leven van een rijke westerling.
Sommige aanwezige economen zitten ermee in hun maag. 'Je
kunt het ethisch niet maken om mensen in ontwikkelingslanden
lager te waarderen dan in rijke landen ', stelt de op de
top aanwezige David Evans, die als
ontwikkelingseconoom voor de Wereldgezondheidsorganisatie
werkt.
Maar Evans behoort tot een minderheid. Want alhoewel de
andere aanwezigen het niet met zoveel woorden zeggen, hangen
zij in hun rekenmodellen verschillende prijskaartjes
aan een mensenleven al naar gelang het land van
herkomst. Die prijskaartjes komen niet uit de lucht vallen.
Economen leiden ze onder andere af uit de compensatie die
mensen ontvangen voor gevaarlijk werk. Amerikaanse werknemers
willen bijvoorbeeld zo'n zestigduizend dollar extra verdienen
voor werk dat de kans op een fataal ongeval met 1 procent
verhoogt. Dat betekent dat zij impliciet zes miljoen dollar
voor hun eigen leven over hebben.
Voor ontwikkelingslanden zijn zulke gegevens evenwel niet voorhanden. Daarom kijken economen daar naar de bijdrage die een mensenleven aan het bruto nationaal product levert. Gegeven de lage levensverwachting en het eveneens lage inkomen van de inwoners kom je dan gemiddeld uit op 22.227 dollar, becijfert Simon Appleton van de Universiteit van Nottingham. Een arm mensenleven is dus bijna driehonderd keer zo weinig waard als een rijk. Ter vergelijking: toen de milieuramp die de olietanker Exxon Valdez in 1989 veroorzaakte moest worden getaxeerd, was de waarde van iedere omgekomen zee-otter veertigduizend dollar.
De Amerikaanse economieprofessor Jere Behrman maakt het
in Kopenhagen nog bonter door een mensenleven op achthonderd
dollar te taxeren. Dat bedrag is nodig voor het redden van
een mens via inenting tegen mazelen. Zuiver theoretisch
zijn deze berekeningen niet. Als het aan Bjorn Lomborg,
organisator van de Kopenhagen Consensus ligt, gaan zulke
getallen de ontwikkelingsagenda bepalen. Want donorgeld
moet efficienter worden ingezet, en om dat te bereiken kun
je maar beter alle effecten van hulp kwantificeren. Om te
bepalen hoeveel je wint met het terugdringen van
kindersterfte in arme landen, moet je eerst weten hoeveel
elk gered kind
waard is.
Zo wil Lomborg komende zaterdag, als de conferentie afloopt,
een ranglijst
hebben van wereldproblemen - van milieuvervuiling tot aidsbestrijding
- die
zich het profijtelijkst laten aanpakken. Maar onder die
hoofddoelstelling
tikt een tijdbom. Want veel genodigden menen dat een bedrag
als 22.227
dollar voor een mensenleven arbitrair is. 'Hoeveel een mens
waard is, is een filosofische vraag. Wij zoeken
enkel naar getallen waarmee we diverse
beleidsopties kunnen doorrekenen', sust de Zweedse
ontwikkelingseconoom Peter Svedberg.
Bouwweb is in 1995 opgericht en was de eerste Internet Presence Provider voor de bouw en alle daaraan gerelateerde bedrijven.
Overzicht van pers- en nieuwsberichten van en voor de bouw. Uw bericht kan ook worden opgenomen.