30 juli 2004
Sluizencomplex Noordzeekanaal wordt maritiem knelpunt
De regiobestuurders van het havengebied langs het Noordzeekanaal willen een grote nieuwe zeesluis in IJmuiden. De rijksoverheid vindt zo’n plan erg duur.
Rijk en regio zoeken nu naar alternatieven voor een nieuwe zeetoegang bij IJmuiden met meer evenwicht in kosten en baten. Ook de markt is benaderd om door deelname aan een prijsvraag met creatieve (deel)oplossingen te komen.
Het sluizencomplex bij IJmuiden geeft toegang tot het gebied langs het Noordzeekanaal dat Zeehavens Amsterdam wordt genoemd. Het gebied strekt zich uit van Amsterdam via Zaanstad en Beverwijk naar IJmuiden. Het is uitgegroeid tot een belangrijke logistieke en industriële regio: per jaar wordt een toegevoegde waarde van 4,4 miljard euro gerealiseerd en is er werk voor 67.000 mensen.
Met het huidige sluizencomplex in IJmuiden
wordt de maritieme bereikbaarheid van het havengebied langs
het Noordzeekanaal naar verwachting rond 2010 een knelpunt.
De scheepvaart heeft zich sinds de bouw van het sluizencomplex
in 1929 dusdanig ontwikkeld dat van de vier schutsluizen
van het complex eigenlijk alleen de Noordersluis nog geschikt
is voor vrachtverkeer en cruiseschepen. De andere sluizen
zijn daarvoor te klein.
Zo’n 80 procent van de scheepvaart gaat tegenwoordig
door de Noordersluis. Het doormidden breken van een schip
in de Middensluis op maandag 5 juli heeft tot twee dagen
extra belasting van de Noordersluis geleid.
De kwetsbaarheid van het sluizencomplex
is al eerder onderkend. In 2001 is een trajectnota/mer uitgevoerd
voor een zeetoegang IJmond waarin een aantal alternatieven
is uitgewerkt met als uitersten ‘nietsdoen’
en ‘een nieuwe zeesluis van 70 bij 500 meter’.
Regionale partijen waaronder Amsterdam toonden zich voorstander
van zo’n grote sluis. De betrokken ministers van Verkeer
en Waterstaat en VROM zouden in 2002 een standpunt innemen.
Dat is niet gebeurd.
Economisch (nog) niet verantwoord
De investeringen voor een grote sluis,
met bijkomende werken, werden geraamd op 700 miljoen euro
(prijspeil 2000). De maatschappelijke baten van een dergelijke
nieuwe zeetoegang ramen zowel het Centraal Plan Bureau (CPB)
en de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) respectievelijk
op circa 200 miljoen euro en circa 350 miljoen euro.
Het grote negatieve saldo van de baten en kosten
is voor de betrokken ministers reden nog geen standpunt
in te nemen. Eerst willen zij meer weten, onder meer hoe
het verschil tussen kosten en baten aanzienlijk kan worden
teruggebracht.
Het CPB maakte voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat
een beknopte analyse van de ontwikkeling van de overslag
in de Amsterdamse haven in de laatste jaren. Het bureau
concludeert dat er wel toename van de overslag is, maar
dat die op lange termijn geen belangrijke groei laat zien.
Het containervervoer, dat als belangrijke groeier is getipt,
vertoont in Amsterdam nog geen groei.
CPB: levensvatbaarheid moet nog bewezen worden
De levensvatbaarheid van Amsterdam als belangrijke containerhaven
moet zich volgens het CPB nog bewijzen. Kort door de bocht
vindt het planbureau dat een nieuwe zeesluis bij IJmuiden
veel kost en te weinig opbrengt. Daarbij komt dat bij het
oplopen van de wachttijden bij de sluizen bij IJmuiden de
schepen gemakkelijk kunnen uitwijken naar Rotterdam.
Kunnen bedrijven het beter ?
Behalve het zoeken naar innovatieve en betaalbare oplossingen,
zijn ook private partijen benaderd voor een ontwikkelingscompetitie.
Nog afgezien van de roem kan deelname van
private partijen aan de competitie de deelnemers nog meer
opleveren. Voor twee van de drie prijswinnaars is er een
– bescheiden – geldbeloning
in het vooruitzicht gesteld. Het industrieel eigendom blijft
bij de marktpartijen. Het gebruiksrecht dragen zij
‘om niet’ over, maar voor het gebruik
van een gerealiseerde oplossing wordt een vergoeding betaald.
Evaluatie resultaat zoektocht naar innovaties
In september worden de oplossingen van zowel publieke als
private partijen bij elkaar gebracht. Eind november spreken
de ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM met ‘de
regio’ over het resultaat van het project Zeetoegang
IJmuiden. Mogelijkerwijs komen zij dan met een officieel
standpunt over de zeetoegang bij IJmuiden. In januari 2004
is door betrokken – publieke – partijen afgesproken
gezamenlijk te zoeken naar innovatieve en betaalbare oplossingen
voor verbetering van de zeetoegang bij IJmuiden. De zoektocht
wordt geleid door een ingestelde projectorganisatie
Zeetoegang IJmuiden waarin samenwerken: de gemeente
Amsterdam, de provincie Noord-Holland, de directie Noord-Holland
van Rijkswaterstaat, de Kamer van Koophandel Amsterdam en
de Ondernemersvereniging Regio Amsterdam. De publieke partijen
(Rijkswaterstaat en het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam)
bekijken vier varianten waaronder twee grootschalige oplossingen:
een beweegbare hoogwaterkering met dam en sluis bij Amsterdam
en variant voor een vervangende grote zeesluis in IJmuiden
met een goedkope bouwmethode.
Bovendien heeft de projectorganisatie private partijen benaderd voor een ontwikkelingscompetitie om de maritieme bereikbaarheid van het havengebied langs het Noordzeekanaal te verbeteren. De projectorganisatie wil met dit competitieve accent bereiken dat private partijen met nieuwe creatieve ideeën komen, want het optimaliseren van bestaande ideeën voldoet absoluut niet.
bron: Cobouw
Bouwweb is in 1995 opgericht en was de eerste Internet Presence Provider voor de bouw en alle daaraan gerelateerde bedrijven.
Overzicht van pers- en nieuwsberichten van en voor de bouw. Uw bericht kan ook worden opgenomen.