16 februari 2005
Kleinbedrijf goed vertegenwoordigd in Bouwend Nederland
bestuur
Het georganiseerde kleinbedrijf is nog nooit in welk bestuur
dan ook zo sterk vertegenwoordigd geweest als in Bouwend
Nederland. Dit zegt dagelijks-bestuurslid N. van Til, zelf
een kleine ondernemer in Cobouw.
“Ik vind het heel jammer dat 65 procent van de leden
van Drenthe en Noordwest Overijssel is opgestapt. We hebben
kennelijk niet het krediet om te laten zien dat we een puike
organisatie hebben neergezet”, zegt dagelijks-bestuurslid
N. van Til. De bestuurder reageert hiermee op de oprichting
van de Noordelijke Vereniging B&U-bouw,
een groep van 130 voornamelijk kleine bedrijven die zich
onvoldoende vertegenwoordigd voelen door Bouwend Nederland.
“Het gaat in feite om de oude tegenstelling tussen
groot- en kleinbedrijf. Dat verandert echter niet als je
besluit om niet te fuseren.”
Hij had het chiquer gevonden als de opgestapte bedrijven
eerst eens hadden gekeken naar wat Bouwend Nederland voor
hen doet. Nu zijn ze opgestapt onder het motto: als blijkt
dat jullie het goed doen, komen we misschien wel weer terug.
Van Til is er van overtuigd dat de organisatie
het goed gaat doen. “Een van de angsten is
dat het grootbedrijf te dominant zou zijn.
Van de zeven leden in het dagelijks bestuur komen er vier
uit het midden- en kleinbedrijf. We hebben de contributieregeling
aangepast aan de kritiek van vooral het kleinbedrijf. Nu
betalen ze een percentage van de omzet, 260 euro per miljoen.
Dat is heel wat minder dan ze bij het oude NVOB en bij BouwNed
kwijt zouden zijn. En ze krijgen waar voor hun geld.”
Want dat de problemen van het mkb onderbelicht
zouden blijven in Bouwend Nederland, bestrijdt Van Til.
“Wij zitten heel kort op wet- en regelgeving. Zeker
voor de kleinere aannemers is dat van groot belang. We kijken
daarbij heel sterk naar de administratieve lastendruk. Vroeger
kon een kleine aannemer op zaterdag zijn administratie bijhouden.
Nu kost het hem meer dagen. Ook lokale lasten zijn een probleem.
Dan kun je wel op lokaal niveau gaan praten, maar dat is
zoiets als praten met een kalkoen over het kerstdiner.
Hoewel de effecten op lokaal niveau plaatsvinden, moet je
het op landelijk niveau aankaarten. Rekeningrijden houden
we ook scherp in de gaten. Nu de fiscale voordelen van het
grijze kenteken zijn gehandhaafd, loop je het risico dat
die via rekeningrijden teniet worden gedaan.”
Ook de door de oude NVOB-aannemers zo gewaardeerde eerstelijnsvoorlichting
blijft gehandhaafd. En Bouwend Nederland werkt aan programma’s
die alles te maken hebben met de ontwikkeling in de branche,
bijvoorbeeld bedrijfsopvolging. “Kortom, er wordt
heel veel gedaan juist voor het mkb. Daarom
alleen al is het jammer dat de bedrijven zijn uitgestapt.
Die blijven nu verstoken van landelijke informatie en ondersteuning.”
“Je moet niet vergeten dat 90 procent van de leden
van Bouwend Nederland tot het mkb behoort. Voor zover bestuurders
nog niet overtuigd waren van de noodzaak om juist die groep
goed te bedienen, zullen zij en het apparaat nu nog harder
hun best doen. En dat zullen we dan ook nog goed moeten
uitdragen naar de leden”, zegt Van Til.
bron: Bouwend
Nederland
|