24 april 2005

Zes mythen rond creativiteit
Baanbrekend Harvard-onderzoek naar creativiteit
Een baanbrekend onderzoek naar creativiteit in het bedrijfsleven
levert heel wat verrassingen op. Zo blijkt dat veel van
wat we over creativiteit denken te weten, ronduit verkeerd
is.
door Bill Breen
Geen missieverklaring waar creativiteit tegenwoordig niet
in genoemd wordt; geen CEO die er niet hoog over opgeeft
... Maar hoewel er de laatste jaren veel aandacht is besteed
aan creativiteit in het bedrijfsleven, is er nog maar bijster
weinig bekend over dagelijkse creativiteit op de werkvloer.
- Hoe ontstaan baanbrekende ideeën?
- Welke werkomgeving vormt de beste voedingsbodem
voor creativiteit?
- Wat kunnen managers doen om creativiteit te
stimuleren en grenzen te verleggen?
Teresa Amabile, in de Verenigde Staten
een van de belangrijkste onderzoekers op het gebied van
creativiteit in het bedrijfsleven, worstelt al bijna dertig
jaar met deze vragen. Amabile staat aan het hoofd van de
Entrepreneurial Management Unit van Harvard Business
School en wijdt als enige hoogleraar in dienst
van een topbedrijfskundeopleiding haar hele onderzoeksprogramma
aan onderzoek naar creativiteit.
Acht jaar geleden gaf Amabile haar onderzoek een nieuwe
wending. Ze stelde een team samen van academici en managers
van verschillende bedrijven en verzamelde bijna 12.000 dagboekaantekeningen
van 238 mensen die betrokken waren bij creatieve projecten
in zeven bedrijven in de consumentenproducten-, hightech-
en chemische industrie. Ze vertelde de testpersonen niet
dat ze lette op creativiteit. Ze stuurde hun alleen iedere
dag een e-mail waarin ze informeerde naar hun werk en werkomgeving
die dag. Vervolgens codeerde ze de e-mails op creativiteit
door te kijken naar de momenten waarop mensen met een bepaald
probleem worstelden of met een nieuw idee kwamen.
"Het dagboekonderzoek was bedoeld om creativiteit op
de werkvloer te bekijken," legt Amabile uit. "We
wilden als het ware in de huid kruipen van deze mensen en
te weten komen hoe hun werkomgeving eruitzag en welke ervaringen
en denkprocessen leidden tot creatieve oplossingen."
Amabile en haar team zijn nog steeds bezig met de verwerking
van de resultaten. Maar haar onderzoek doet alvast een aantal
diepgewortelde overtuigingen over creativiteit op de werkplek
wankelen. In een interview met het blad Fast Company maakte
ze korte metten met zes favoriete mythen rond creativiteit
(en als u daaraan vast blijft houden, weet u zeker dat u
de creativiteit in uw organisatie om zeep helpt). Hier zijn
ze alle zes, in Amabiles eigen woorden:
1 Creativiteit is afkomstig van creatieve mensen
Als ik een praatje houd voor managers, vraag ik vaak eerst:
"Waar in uw organisatie vindt u creativiteit belangrijk?"
Over het algemeen zeggen ze dan: "Op de afdeling Onderzoek
& Ontwikkeling, Marketing en Reclame." Als ik vraag:
"Waar vindt u creativiteit NIET belangrijk?",
zegt er altijd wel iemand: "Op de afdeling Boekhouding."
Op dit antwoord wordt altijd lachend gereageerd, vanwege
de negatieve connotatie van ‘creatief boekhouden’.
Over het algemeen hebben managers het idee dat er maar een
paar van hun medewerkers creatief zijn en de rest niet.
En dat is gewoon niet waar. Als manager wil je niet dat
creativiteit zich op één plek concentreert;
je wilt dat iedereen in je organisatie met nieuwe, bruikbare
ideeën komt, ook je financiële mensen. De afgelopen
decennia hebben er verschillende ingrijpende, ethisch verantwoorde
innovaties plaatsgevonden op het gebied van de financiële
boekhouding, zoals kostencalculatie naar activiteit.
In feite tonen bijna alle onderzoeken naar creativiteit
aan dat iedereen met een normale intelligentie in staat
is enige mate van creatief werk te doen. Creativiteit is
afhankelijk van een aantal factoren: ervaring (met inbegrip
van kennis en technische vaardigheden), talent, het vermogen
om op een andere manier te denken en het vermogen om saaie,
weinig inspirerende perioden te doorstaan. Met name intrinsieke
motivatie – mensen die hun werk leuk vinden, zijn
vaak creatiever – is van belang. De afgelopen vijf
jaar hebben organisaties meer aandacht besteed aan creativiteit
en innovatie dan ik ooit eerder in mijn carrière
heb meegemaakt. Maar ik geloof dat de meeste mensen nog
helemaal geen idee hebben van hun eigen creativiteit, ten
dele doordat ze werken in een omgeving die hun intrinsieke
motivatie belemmert. Het anekdotische bewijs doet vermoeden
dat veel bedrijven nog een lange weg moeten gaan voordat
creativiteit er ruim baan krijgt.
2 Geld creëert creativiteit
Experimenteel onderzoek naar creativiteit suggereert dat
geld niet het allerbelangrijkst is. In het dagboekonderzoek
vroegen we mensen: "In welke mate werd u vandaag gemotiveerd
door de financiële beloning voor uw werkzaamheden?"
Vaak antwoordden ze dan dat die vraag niet relevant was;
dat ze niet iedere dag aan hun salaris dachten. En het geringe
aantal mensen dat wel continu aan bonussen dacht, was niet
erg creatief bezig.
Systemen met bonussen en prestatieloon kunnen zelfs een
probleem vormen als mensen denken dat alles wat ze doen
van invloed is op hun beloning. In dat soort situaties gaan
mensen risico’s uit de weg. Natuurlijk moeten mensen
het gevoel hebben dat ze redelijk betaald worden. Maar ons
onderzoek toont aan dat mensen veel meer belang hechten
aan een werkomgeving waarin creativiteit gestimuleerd, gewaardeerd
en erkend wordt. Mensen willen zich graag betrokken voelen
bij hun werk en vooruitgang boeken. Daarom is het belangrijk
dat managers mensen niet alleen op basis van hun ervaring
voor een project selecteren, maar ook de interesses van
de medewerkers laten meewegen. Mensen zijn het creatiefst
als ze betrokken zijn bij hun werk en ervan leren. Als het
werk te moeilijk is, raken ze gefrustreerd en als het te
gemakkelijk is, raken ze verveeld. Managers moeten zorgen
voor het juiste evenwicht.
3 Tijdsdruk stimuleert creativiteit
Bij ons dagboekonderzoek dachten mensen vaak dat ze het
creatiefst waren als ze onder hoge tijdsdruk stonden. Maar
de 12.000 dagen die we onderzocht hebben, lieten juist het
tegenovergestelde zien: mensen waren het minst creatief
wanneer ze tegen de tijd moesten opboksen. In feite trad
er een soort ‘tijdsdrukkater’ op: als mensen
onder grote tijdsdruk moesten werken, waren ze niet alleen
op de dag zelf minder creatief, maar ook twee dagen daarna.
Tijdsdruk verstikt creativiteit, omdat mensen zich niet
in een probleem kunnen verdiepen. Creativiteit heeft een
incubatieperiode: mensen hebben tijd nodig om het probleem
op zich in te laten werken en de ideeën te laten opborrelen.
In feite is niet zozeer de deadline zelf het probleem, maar
alle zaken die mensen afleiden, waardoor ze niet de tijd
hebben om tot een creatieve oplossing te komen. Mensen kunnen
nog wel creatief zijn als ze onder hoge druk staan, maar
alleen als ze zich op hun werk kunnen concentreren. Ze moeten
worden beschermd tegen afleidingen en weten dat het werk
belangrijk is en dat iedereen zich ervoor inzet. In te veel
organisaties begrijpen mensen niet waarom iets zoveel haast
heeft, behalve dan dat iemand heeft bepaald dat het vandaag
af moet zijn.
4 Angst leidt tot creativiteit
Een wijdverspreid idee is dat angst en verdriet op de een
of andere manier leiden tot creativiteit. Er is zelfs psychologische
literatuur die suggereert dat de incidentie van depressie
hoger is bij creatieve mensen zoals schrijvers en kunstenaars
– depressieve genieën die ongelofelijk origineel
zijn in hun manier van denken. Maar wij zien dat niet terug
bij de groep mensen die wij hebben bestudeerd.
We hebben alle 12.000 dagboekaantekeningen gecodeerd op
de mate van angst, spanning, verdriet, boosheid, vreugde
en liefde die mensen op een bepaalde dag ondervonden. We
kwamen tot de conclusie dat creativiteit positief geassocieerd
is met vreugde en liefde en negatief geassocieerd met boosheid,
angst en spanning. Uit de aantekeningen blijkt dat mensen
het gelukkigst zijn als ze een creatief idee hebben, maar
dat de kans op een baanbrekend idee groter is als ze de
voorgaande dag gelukkig waren. Het is een soort vicieuze
cirkel. Als mensen blij zijn met hun werk, is er een grotere
kans op een positieve associatie die ’s nachts kan
doorwerken en de volgende dag kan resulteren in een creatief
idee. Geluk op de ene dag is een voorbode van creativiteit
op de volgende dag.
5 Concurrentie gaat boven samenwerking
Een algemeen heersende opvatting, met name in de financiële
wereld en de hightechindustrie, is dat interne concurrentie
creativiteit bevordert. Uit ons onderzoek blijkt echter
dat de creativiteit afneemt als mensen in een team met elkaar
concurreren in plaats van samenwerken. De meest creatieve
teams zijn teams waarin men elkaar voldoende vertrouwt om
ideeën te bespreken. Maar als mensen elkaar beconcurreren
om zelf erkenning te krijgen, dan delen ze geen informatie
meer met elkaar. En dat is een slechte zaak, want niemand
in een organisatie kan alles helemaal alleen doen.
6 Een gestroomlijnde organisatie is een creatieve
organisatie
Misschien wordt alleen op pr-afdelingen gedacht dat afslankingsoperaties
en reorganisaties creativiteit bevorderen. Ik heb jammer
genoeg te veel voorbeelden van het tegenovergestelde gezien.
Als voorbeeld geef ik graag een brief die in 1994 werd geschreven
aan de aandeelhouders van een groot Amerikaans softwarebedrijf:
‘Een reorganisatie zoals deze is altijd moeilijk voor
werknemers, maar moeilijke tijden kunnen leiden tot kracht,
creativiteit en teamwork.’
Natuurlijk is het tegenovergestelde waar: een reorganisatie
leidt tot een afname van de creativiteit. Maar het is zelfs
nog erger dan de meeste mensen denken. Wij hebben een reorganisatie
gevolgd van een divisie van een mondiaal elektronicabedrijf,
waarbij 25 procent van de 6.000 banen verloren zouden gaan.
Het hele reorganisatietraject duurde achttien maanden, een
ongelooflijk spannende tijd. De creativiteit nam significant
af. De tijd vóór de reorganisatie was in feite
nog erger dan de reorganisatie zelf: door de angst voor
het onbekende voelden mensen zich niet langer verbonden
met hun werk. Nog zorgwekkender was dat zelfs vijf maanden
na de reorganisatie de creativiteit nog ver beneden peil
was.
Helaas horen reorganisaties bij het leven.
Dit betekent dat managers moeten letten op de gevolgen.
De communicatie en samenwerking nemen aanzienlijk af, evenals
het gevoel van vrijheid en autonomie van de werknemers.
Managers moeten alles op alles zetten om een stabiel werkklimaat
te creëren en een omgeving te scheppen waarin ideeën
weer tot stand kunnen komen.
Door deze tips om creativiteit op de werkplek te bevorderen
denkt u misschien dat ik voorstander ben van een zachte
managementstijl. Dat is niet het geval. Ik ben voor een
slimme managementstijl. De dertig jaar die ik heb
besteed aan onderzoek en deze 12.000 dagboekaantekeningen
suggereren dat als mensen werk doen dat ze leuk vinden en
waarmee ze zich kunnen verbinden – en wanneer hun
werk ook gewaardeerd en erkend wordt – dit de creativiteit
ten goede komt. Ook in moeilijke tijden.
bron: Building
Business
|